De vorige legislatuur kreeg Vlaanderen er 7 wondermooie gemeenten bij na boeiende fusietrajecten. Is het sop de kolen waard? Elk fusieverhaal is anders, maar één ding staat vast: geen enkele van de gemeenten heeft spijt. Vanuit de IDEA groep blikken we graag samen met de besturen terug. In deze reeks praktijkverhalen geven we jullie graag een blik voor en achter de schermen van schaalvergroting. Per gemeente focussen we telkens op één of meerdere thema’s. Vandaag op het menu: de ervaringen van de gemeente Lievegem, met het accent op de financiële impact. We voerden een gesprek met Bart Kerkhof, financieel beheerder van Lievegem.
Welke financiële voordelen heeft de fusie met zich meegebracht?
Er is aanzienlijk meer ruimte voor investeringen sinds de fusie. Zowel Lovendegem, Waarschoot als Zomergem waren voor de fusie al financieel gezonde gemeenten. Door de krachten te bundelen merken we nu al heel wat schaalvoordelen. Lievegem koos ervoor om geen mensen te ontslaan. Maar medewerkers die vertrekken, bijvoorbeeld door pensionering of een nieuwe job, worden niet vervangen als dit haalbaar is voor het team. Het meest voor de hand liggende zijn de decretale graden, maar ook andere teams konden op de nieuwe schaal efficiënter worden georganiseerd.
De schuldovername zorgde ook voor aanzienlijk meer budgettaire ruimte. Er werd ongeveer voor 12,9 miljoen euro aan kapitaal overgenomen door de Vlaamse overheid, maar aangevuld met de interesten komt het financieel voordeel voor de nieuwe gemeente op bijna 17 miljoen euro.
Zorgt een fusie ook voor bijkomende kosten?
Om de nieuwe gemeente op de kaart te zetten en uit te bouwen, heeft het bestuur veel geïnvesteerd in ICT. Zo werden er laptops voorzien voor de medewerkers, smartphones, werken in de cloud, … Er was ook nood aan nieuwe software voor veel diensten en een trekker voor het grotere IT-team.
Op fiscaal vlak was het niet altijd mogelijk om het beste van “drie werelden” te behouden. De belastingverlaging was een belangrijk voordeel voor de meeste inwoners. Maar het op elkaar afstemmen van de tarieven van de vroegere gemeenten is geen eenvoudige oefening. Meestal zijn de kosten voor de inwoners lager geworden. Het is echter niet haalbaar om te garanderen dat iedere individuele inwoner er financieel op vooruit gaat.
Hoe ver is de fusie gevorderd? Is het volledige proces afgerond of zijn er nog werven waar aan gewerkt wordt?
Er ligt nog heel wat werk op de plank. De gemeente kan op de nieuwe schaal grotere ambities koesteren en realiseren. Zo zijn we volop bezig met de plannen voor het nieuwe administratief centrum. Ook daar willen we vernieuwend zijn, met nieuwe manieren van werken. Op termijn willen we ook een digitaal loket en online betaalmodule.
Tegelijk moeten er nog heel wat praktische keuzes gemaakt worden om tot een organisatie te komen. Denk maar aan de verschillende rioleerbeheerders, de aanpak van de thuiszorgdienst,… Voor het personeel brengen de veranderingen en de nieuwe ambities wel een zware werkdruk met zich mee. De coronacrisis vergroot deze druk nog verder. Mentaal, maar ook gewoon praktisch.
Wat zou je, achteraf gezien, anders aanpakken?
Ik zou in een veel vroeger stadium leidinggevenden benoemen. Dit zijn de mensen die de verandering moeten trekken en die knopen kunnen doorhakken. Het is ook best, zowel voor de medewerkers als voor de potentiële leidinggevenden, om hier zo snel mogelijk duidelijkheid over te geven. Anders dreig je in kampen te verzeilen en probeert iedereen zich te positioneren. Hoe sneller je trekkers hebt, hoe sneller je vaart kunt maken. In aanloop naar de nieuwe bestuursploeg kan dan aan veel voorbereid worden. Het maakt het eenvoudiger om een goede structuur op te stellen.