De federale regering stimuleert fusies van politiezones om de slagkracht en efficiëntie te vergroten. Hoe zorg je ervoor dat een politiefusie leidt tot een robuustere, efficiëntere politieorganisatie? Matthias Vandamme (MONDEA) en Valentijn Vanoeteren (IDEA Consult) delen hun ervaringen met fusietrajecten.
Waarom kiezen politiezones voor een fusie?
Valentijn: Lokale politiezones staan voor grote uitdagingen: Denk aan financiële druk, de zoektocht naar nieuwe medewerkers en het leeftijdsbewust inzetten van de huidige medewerkers, de toenemende vraag naar specialisatie in complexe criminaliteitsvormen en de nood aan professionalisering van systemen… Al deze factoren vragen een andere aanpak. Een fusie kan een oplossing bieden en politiezones veerkrachtiger maken om met deze uitdagingen om te gaan.
Wat is het grootste misverstand bij de fusie van politiezones?
Matthias: Dat lokale verankering verdwijnt. Grotere zones kunnen net méér middelen inzetten voor wijkwerking en zichtbare aanwezigheid op het terrein. Ook kunnen zones de dagelijkse, operationele uitdagingen makkelijker overstijgen en meer proactief handelen in plaats van enkel reactief. Interne schokken, zoals uitval van personeelsleden, kunnen ze veel beter opvangen. Wanneer de zone meer specialiseert, kunnen ze sneller incidenten en externe evoluties oplossen. En dat komt allemaal ten goede van de burgers.
Wanneer is een fusie écht succesvol?
Matthias: Alles begint bij zones die operationeel en cultureel op elkaar aansluiten. Duidelijkheid over werkprocessen en personeelsstromen helpt om verschillen te overbruggen. Veranderingsmanagement, actieve betrokkenheid van politiemensen en vakbonden, en transparante communicatie zorgen voor een efficiënte overgang. Neutrale procesbegeleiding speelt hierin een sleutelrol om te structureren en weerstand te managen.

Hoe begeleiden IDEA en MONDEA politiezones hierbij?
Valentijn: Zo’n traject vraagt duidelijke stappen. Eerst gaan we het traject voorbereiden en treden we op als kennispartner. Daarbij voert IDEA een haalbaarheidsstudie uit en onderzoeken we de financiële, organisatorische en operationele haalbaarheid.
Matthias: Na de fusiebeslissing ondersteunt MONDEA de organisaties bij het fusie- en transitieproces. We starten met een gedeelde visie en bepalen de krijtlijnen rond personeel & organisatie, strategie en dienstverlening, vastgoed en financiën, logistiek… Daarna gaan thematische werkgroepen concreet aan de slag rond thema’s als verkeer, wijkwerking, onthaal, recherche, sociale politie… Wanneer we alles goed voorbereid en afgestemd hebben, passen we de nieuwe, gemeenschappelijke werking toe. Bij elke stap hebben we grote aandacht voor communicatie en betrokkenheid van verschillende stakeholders.
Wat zijn volgens jullie kritische succesfactoren bij een fusieproces?
Valentijn: De juiste schaal hangt niet alleen van cijfers af, maar van een goed doordachte strategie en organisatie. Je kan niet alles tegelijk aanpakken. Daarom is een strategische planning met een duidelijk stappenplan onmisbaar.
Matthias: Fusies slagen wanneer je de menselijke kant van verandering niet vergeet. Realistische verwachtingen, ruimte voor weerstand, gelijkwaardigheid van de fusiepartners en respect voor de eigenheid van elke zone zijn van groot belang. Engagement op alle niveaus is noodzakelijk.
Een fusietraject vraagt veel van een aantal sleutelfiguren. Daarom adviseren we om ruimte te maken en prioriteiten te beperken of terug te schroeven, tijdelijke capaciteit vrij te maken, maar zeker ook in te zetten op de begeleiding en ondersteuning van het leiderschap van de organisaties. Een fusietraject betekent bovendien vaak vertragen terwijl je wil versnellen. Tot slot leert onze ervaring dat je best zo snel mogelijk duidelijkheid brengt over de nieuwe structuur, de impact op de jobinhoud, de toekomstige locaties, wijzigingen op vlak van HR-beleid…