Lokale besturen hebben een breed scala aan taken en verantwoordelijkheden. Heel wat besturen kiezen ervoor om bepaalde opdrachten uit te besteden aan verzelfstandigde entiteiten. Denk maar aan een autonoom gemeentebedrijf (AGB) of extern verzelfstandigd agentschap (EVA). Deze entiteiten vervullen taken van gemeentelijk belang, maar hebben een eigen rechtspersoonlijkheid, bestuursorgaan en financiële middelen. In zekere zin zijn deze verzelfstandigde entiteiten dus ‘dochterbedrijven’ of ‘satellieten’ van het lokaal bestuur.
Nu de nieuwe besturen aan zet zijn, rijst de vraag hoe gemeenten en steden omgaan met verzelfstandiging. Moeten ze nog meer entiteiten oprichten? Of houden ze de taken en opdrachten binnen het lokaal bestuur? Om op die vragen te antwoorden, ging Mondeaan Dimitri Keereman al in verschillende lokale besturen aan de slag met een afwegingskader voor verzelfstandiging.
Dimitri, hoe kwam het afwegingskader tot stand?
“We baseerden ons op uitgebreide vakliteratuur, diverse kwaliteitsmodellen en analyseerden de besluiten rond verzelfstandiging van zeven Vlaamse centrumbesturen. Daarnaast konden we ook rekenen op de ruime kennis en praktijkervaring van de experten bij MONDEA.”
Hoe werkt het model?
“Met dit kader bieden we een handige tool om te bepalen of verzelfstandiging de juiste keuze is voor specifieke opdrachten. Het model bestaat uit een reeks objectieve vragen die stapsgewijs de noodzaak en doorslaggevende meerwaarde van verzelfstandiging aangeven. Bv. Is autonomie nodig om doelen te bereiken? Is er nood aan een aangepast personeelsbeleid dat afwijkt van dat van het lokaal bestuur? In welke mate is er nood aan een andere democratische structuur?”

Het afwegingskader is een cascadesysteem. Kan je dat even toelichten?
“Het model werkt met zes verschillende thema’s, zoals financieel beheer of operationele efficiëntie. Als een lokaal bestuur een negatief antwoord geeft op de hoofdvraag van een bepaald thema, is een verdere analyse binnen dat thema niet meer nodig. Want verzelfstandiging is in dat geval niet de juiste keuze. Als je dieper duikt in een thema, geeft het model ook de risico’s van verzelfstandiging aan zodat je een weloverwogen beslissing kan nemen. Het uitgangspunt van het model is dus om na te gaan wat de noodzaak en doorslaggevende meerwaarde tot verzelfstandigen is, op basis van objectieve argumenten en factoren.”
Wat is de meerwaarde voor lokale besturen?
“Dit afwegingskader biedt zowel structuur als flexibiliteit. Het is uitgebreid en toch generiek waardoor je het op elke opdracht of entiteit kan toepassen. Zo kan je dus als lokaal bestuur elke entiteit op dezelfde manier evalueren. Dat zorgt niet alleen voor een duidelijke besluitvorming, maar vergemakkelijkt ook het werk van de beleidsmakers en het managementteam. Bij MONDEA bekijken we dan samen met het managementteam waar we het model indien nodig moeten verfijnen of aanpassen op maat van de specifieke dienstverlening en werking van het lokaal bestuur. Ons model biedt inzicht in het verschil tussen de verwachte en de werkelijke voor- en nadelen van een verzelfstandigde entiteit. We brengen de belangrijkste redenen en oorzaken voor dat verschil in kaart.”
Herken je trends?
“Lokale besturen kijken steeds vaker kritisch naar verzelfstandiging. Taken binnen de organisatie houden, wint aan populariteit. We zien nu een evolutie waarbij besturen hun autonome gemeentebedrijven stopzetten en de dienstverlening terug inkantelen in de eigen organisatie. Dit is deels te danken aan de verruimde mogelijkheden die het decreet Lokaal Bestuur biedt. Er is nu meer flexibiliteit op het vlak van personeelsbeleid, financieel beheer, besluitvorming en organisatiebeheer. Het blijft een evenwichtsoefening: lokale besturen streven naar schaalvoordelen, maar hebben ook nood aan werken op maat. De lokale besturen staan voor de uitdaging om belangrijke strategische beleidskeuzes te maken over het centraliseren en decentraliseren van de dienstverlening.”