Vanaf 2026 treedt het nieuwe decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten (BOA) in werking. Dit decreet brengt een aantal belangrijke veranderingen met zich mee, zoals de uitgesproken regierol voor lokale besturen en de financiering van initiatieven en organisaties.
Om deze veranderingen goed te kunnen implementeren, is het belangrijk om een strategie te ontwikkelen. MONDEA biedt ondersteuning bij dit proces, van begin tot einde.
Één van de leukste dingen uit dat proces is de kinderbevraging. BOA is er voor kinderen, voor ons dus een logische stap om ze ook effectief te betrekken. Liza Musch begeleidde dit voor gemeente Affligem. Hoe dat ging? Dat lees je hier!
Hoe was het voor jou om zo’n kinderbevraging te doen, Liza?
“Voor mij was het een volledig nieuwe ervaring. Werken met kinderen vraagt een heel andere dynamiek dan werken met senioren en zorgmedewerkers, waar ik al vaker mee samenwerkte. In Affligem kozen we ervoor om de bevraging te doen tijdens buitenspeeldag, die uiteindelijk binnenspeeldag werd. Er waren maar liefst 370 kinderen ingeschreven. Heel wat medewerkers, vrijwilligers en studenten zetten hun schouders onder dit evenement. Voor ons was dit natuurlijk de uitgelezen kans om de bevraging te organiseren. Het enthousiasme van de kinderen was groot, wat het natuurlijk eens zo fijn maakte.”
Hoe was het voor de kinderen zelf, denk je?
“Er was veel enthousiasme bij de kinderen als het gaat over deelnemen aan activiteiten en spelletjes. Ze waren nieuwsgierig naar de vragen die we hen stellen over hun buitenschoolse opvang en activiteiten. Ze hoopten vooral dat we effectief iets zouden doen met hun input. De eerlijkheid, openheid en energie van kinderen bij zo’n bevraging spreekt natuurlijk voor zich. De sky is the limit voor hun, dat zorgt ervoor dat wij ook wat meer out of the box durven denken.”
Wat haal je uit de bevraging voor je BOA-traject?
“Kinderen hebben nood aan activiteiten, buiten- en binnenspelen, ontdekking van de wereld rondom hen en nood aan connectie. Connectie met anderen, met familie, vriendjes en vriendinnetjes. We merkten op dat kleuters deze activiteiten graag beleven in een gestructureerde omgeving als de buitenschoolse opvang. Kinderen van de lagere school vragen minder structuur bij het beleven van activiteiten. Voor ons een heel waardevolle les waarmee we aan de slag kunnen bij de uitrol van het BOA-decreet.
De kinderen vinden het echt fijn dat we naar hen luisteren. Onze bevraging over ‘waar ze zijn voor en na schooltijd, op woensdagmiddag en tijdens vakanties, wat ze doen, hoe ze zich voelen en wat hun dromen zijn’, nemen zij heel serieus. Hen zien nadenken hierover is zo waardevol. Het uitbouwen van het BOA-verhaal doen we absoluut mét kinderen.”
