Bij Mondea zijn er heel wat mensen bezig met participatie, ook bij kansengroepen. Op de dag tegen armoede lichten we graag één van deze projecten uit. In het lokaal bestuur van Schoten is Mondeaan Claudia Haenen bezig met een behoefteanalyse bij mensen in kansarmoede. Hoe dat in zijn werk gaat, lees je hieronder.
“In het begin van dit jaar ben ik met de behoefteanalyse gestart in Schoten. Belangrijk bij dit soort analyses is om me op voorhand voldoende te verdiepen in de doelgroep. Zo bekeek ik heel wat lokale documentatie maar maakte ik ook gebruik van de gemeente- en stadsmonitor om me in te lezen.
Daarna stelde ik een plan van aanpak op met de twee medewerkers van het lokaal bestuur, we dachten samen na hoe we deze doelgroep het beste zouden kunnen bereiken. Al snel beseften we dat een heel laagdrempelige en persoonlijke aanpak nodig zou zijn.
Ik richtte een werkgroep op met heel wat belangrijke partners zoals de sociale kruidenier, Kind & Gezin en enkele lokale partnerorganisaties. Binnen deze werkgroep deden we een stakeholdersanalyse die ook weer beter inzicht gaf in de doelgroep. We besloten om individuele interviews af te nemen bij de doelgroep. Op deze manier zouden we het beste een beeld krijgen van de noden & behoeften.
Ik stelde een gespreksleidraad samen die ik aftoetste aan een ervaringsdeskundige, zo was ik zeker dat ik op maat van de doelgroep bezig was. Deze gespreksleidraad werd voorgesteld aan alle partners die wilden meewerken aan de interviews. Hierna konden ze aan de slag.
Ikzelf ging ook interviews afnemen in de sociale kruidenier en op de sociale dienst van Schoten. Daardoor kreeg ik meteen meer voeling met de doelgroep en kon ik de uitkomsten ook beter begrijpen. Nu is het tijd om alle resultaten te gaan verwerken. Ik kreeg heel wat antwoorden binnen en zie al meteen een rode draad in deze antwoorden. Dit zal voor een gedragen advies zorgen. Als laatste zal het bestuur ook zeker nog terugkoppelen naar de doelgroep wat ze met het advies zullen doen. Ze geven de doelgroep feedback over waarmee ze aan de slag gaan en welke punten ze helaas niet zullen kunnen uitvoeren. Zo voelt de doelgroep dat ze écht gehoord zijn en dat er iets met hun vragen gedaan wordt.
Ik blijf het belangrijk vinden dat kansengroepen een stem krijgen binnen een lokaal bestuur. Het is leerrijk om te zien wat er goed gaat, maar nog belangrijker om te benoemen wat er minder goed gaat en waar de doelgroep écht nood aan heeft. Het lokaal bestuur moet er daarna ook wel effectief mee aan de slag, zodat de doelgroep niet aan geloofwaardigheid moet inboeten.”
Waarom is participatie bij kansengroepen zo belangrijk?
Mondeaan Ine Plovie licht toe:
De dag dat iedereen, inclusief kansengroepen zomaar binnenlopen op je participatiemoment na een uitnodiging in de brievenbus of een Facebookpost, is nog ver weg. Maar daar hoef je niet op te wachten zoals de ‘hands-on’ aanpak van Claudia aantoont. Een combinatie van het inzetten van een netwerk, rechtstreeks contact, ‘vindplaatsgericht’, met de doelgroep in gesprek gaan, kan ook nu al.
Dat netwerk vind je vaak direct rond je. Medewerkers binnen een lokaal bestuur hebben vaak een groot netwerk van personen, organisaties, verenigingen die contact hebben met en vertrouwen van de doelgroep. Door hen te betrekken als tussencontactpersoon of als ervaringsdeskundige krijg je meer inzicht in de doelgroep en de manieren waarop je hen kan contacteren. Via een stakeholderanalyse, waarbij je niet alleen de doelgroep maar ook deze tussenschakels in kaart brengt, kun je vaak snel een grondig beeld krijgen wat je te doen staat.
Rechtstreeks contact met de doelgroep is in elk project belangrijk, ook al moet je hier vaak extra tijd en energie in investeren. Tijd en energie die echter op meerdere vlakken rendeert. En wel hierom:
- Dagdagelijks werken we beleid en acties uit om doelgroepen te ondersteunen. Vaak zijn de uitgewerkte acties niet gekend of onvoldoende ondersteunend. Kortom, niet altijd efficiënt en effectief. Door acties vooraf af te toetsen met je doelgroep kun je de juiste actie ondernemen en beperk je ‘losse flodders’.
- We hebben allemaal onze vooroordelen. Zelfs mensen die regelmatig in contact komen met doelgroepen maar zelf niet tot de kansengroep behoren, vullen informatie of gevoelens in voor een ander. Door op tijd de doelgroep zelf te betrekken, worden deze vooroordelen tijdig ontkracht.
- Onze maatschappij wordt gedomineerd door luide roepers bijvoorbeeld op Facebook, degenen die rechtstreeks mailen… Maar roepen zij wat de meesten van ons willen of waar de maatschappij het meest baat bij heeft? Dat weten we maar door echt de straat op te gaan of in het hoofd te kruipen van mensen, misschien net niet zoals jij en ik.
- Beleid en acties gaan vaak als oneliners de deur uit waar je voor of tegen bent. Door de doelgroep vroeger inzicht te geven in wat het allemaal inhoudt, hoe het tot stand kwam en zelfs impact te hebben op de acties, verhoog je begrip en draagvlak.
- Elk contact is een wederzijdse leerkans: jij leert meer over de doelgroep, zij leren iets over de gemeente, het project, de gedachtegang of jullie hebben gewoon een leuk contact. Zo bouw je meteen ook aan sociale en democratische vaardigheden.
Zo bouw je dag in dag uit aan je netwerk en kennis als medewerker of als organisatie. Verlies deze contacten niet uit het oog. Hou hen betrokken. Niet alleen om te praten. Het zou dus goed zijn om deze contacten, tussenfiguren, organisaties te inventariseren en aan te spreken wanneer nodig. Ook wanneer je bijv. werkt aan een burgerbudget, een ideeënoproep, wijkinitiatieven… Vertrouwen bouw je niet op 1 dag. Je stad of gemeente dus ook niet, net als Rome.