Search

Hallo, wij zijn MONDEA. Samen maken we publieke en social profit organisaties sterker.

Hoe gaan we te werk? Ontdek onze aanpak

Volksraadpleging als participatie-instrument bij fusie

Alweer een ‘nee’, dit keer in Zwijndrecht 

Fusies en volksraadplegingen gaan jammer genoeg hand in hand. De laatste maanden zien we titels als “80 procent van de opgedaagde inwoners van Zwijndrecht stemt tegen fusie met Beveren en Kruibeke” en “Tongeren en Borgloon gaan fuseren ondanks protestacties van inwoners”.  

Hoe komt het dat fusietrajecten vaak te maken krijgen met een volksraadpleging? Waarom is het resultaat altijd, ja altijd, een duidelijke ‘nee’? Tony Vermeire en Jolijn De Roover van IDEA Consult zochten het uit. In dit artikel gaan we wat dieper in op de hoe, wat en waarom van een volksraadpleging.  

Wat is een volksraadpleging en hoe ontstaat die? 

Een volksraadpleging is het voorleggen van een vraag met betrekking tot wetgeving aan de kiesgerechtigden in een land of een bepaald gebied. Dit voorleggen gebeurt door een bepaalde overheid (al of niet in opdracht van de bevolking). In Vlaanderen is de volksraadpleging wettelijk bepaald in het ‘Decreet over het lokaal bestuur’. Inwoners krijgen een vraagstelling voorgeschoteld en kunnen hier JA of NEE op antwoorden. De gemeenteraad keurt de vraagstelling vooraf goed en het resultaat is niet bindend.  

En inderdaad, zowel een overheid (zoals in het geval van Zwijndrecht) als inwoners (zoals onder anderen in Borsbeek en Tongeren) kunnen een volksraadpleging in het leven roepen. Maar voordat inwoners een volksraadpleging kunnen afdwingen moeten ze aan bepaalde voorwaarden voldoen: 

  • Inwoners hebben een minimumaantal handtekeningen nodig. Het wordt berekend op het aantal inwoners in de gemeente of stad.  
  • Een lokaal bestuur mag geen referendum organiseren in het jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen of tijdens de 40 dagen voor Federale of Europese verkiezingen. 
  • Het bestuur moet ten minste 30 dagen voor de volksraadpleging een brochure uitbrengen dat inwoners op een objectieve manier informeert over het onderwerp van de stemming.  
  • Tot slot, voordat er mag geteld worden is er een minimum opkomst nodig. Hiervoor wordt hetzelfde aantal inwoners gehanteerd dat nodig was voor de handtekeningen.  

Lokaal blijven volksraadplegingen dankzij het ‘Decreet over het lokaal bestuur’ een relatief populair middel. Daarnaast is het aantal volksraadplegingen waar een ‘nee’ als antwoord uit de bus kwam nagenoeg absoluut. Alleen al dit jaar werd er ‘nee’ gestemd op een fusie-gerelateerde vraag in Zwijndrecht, Ruiselede, Borsbeek en Tongeren. In Boortmeerbeek kwam het zelfs niet tot een stemming, daar klonk het burgerprotest zo luid dat de stekker vrijwel onmiddellijk uit de mogelijke fusie met stad Mechelen werd getrokken. Maar ook internationaal zijn er beroemde volksraadplegingen met een gelijkaardige afloop, zoals de Brexit.  

Waarom wordt er telkens ‘nee’ gestemd? 

Waarom wordt er zo systematisch ‘nee’ gestemd op deze volksraadplegingen? Het antwoord op die vraag is veelzijdig.  

In de eerste plaats is de vorm van het Vlaamse referendum bij wet vastgelegd als een ja-nee-vraag. Dat maakt nuance in het debat natuurlijk al meteen veel moeilijker. “Wenst u dat de gemeente X fuseert met de gemeenten Y op 1 januari 2025?”. Ja of nee. Maar wat dan met meningen als: 

  • Ja, maar liever pas binnen 6 jaar 
  • Nee, liever niet met Y maar met gemeente Z zie ik een fusie wel zitten 
  • Ja, maar dan wil ik gehoord worden tijdens het fusieproces en advies kunnen geven 

In Nederland hebben ze daar een oplossing voor, daarover later meer.  

Daarnaast motiveert een volksraadpleging voornamelijk tegenstanders. Ergens tegen zijn brengt mensen veel sneller op de been, dan ergens voor zijn of er onverschillig tegenover staan. Een ‘nee’-stem kan bovendien ook vertrekken vanuit ontevredenheid ten opzichte van het gemeentebestuur, in plaats van over de vraag die voorgelegd wordt.  

Waarom kiezen burgers voor volksraadpleging? 

Burgers die zich niet gehoord voelen, nemen het heft in eigen handen. Overal zien we burgerinitiatieven als paddenstoelen uit de grond schieten. Burgerinitiatieven kregen in Vlaanderen de nodige media-aandacht toen enkele van hen (Ringland, stRaten-generaal en Ademloos) erin slaagden om met de Vlaamse regering rond de tafel te gaan zitten om het Oosterweel dossier te ontmijnen.  

Ook in fusiecontext zien we burgerinitiatieven opstaan: Hart voor Zwijndrecht, Burgers voor Borsbeek, Tongeren Eerst. Telkens slagen deze burgerinitiatieven erin om voldoende mensen te mobiliseren en een volksraadpleging af te dwingen. Dat is namelijk vaak hun enige manier om het bestuur te dwingen naar hen te luisteren. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat een gemeenteraad verkozen wordt door een meerderheid van de bevolking. Een volksraadpleging betrekt meestal slechts een deel van de inwoners waardoor, ongeacht de uitkomst van de stemming, dat moeilijk democratischer te noemen is dan een gemeenteraadsverkiezing.  

“Het water tussen de voor- en tegenstanders van volksraadplegingen is diep. Vaak gepolariseerd. Polarisatie is wel het laatste wat we in een fusietraject kunnen gebruiken.”  
Tony Vermeire

Nederland als voorbeeld voor andere volksraadpleging? 

Onze noorderburen vonden een oplossing. Geen gebruikelijke ja of nee-vraag. Inwoners in Nederland kregen al enkele keren scenario’s voorgeschoteld waaruit ze zelf een keuze konden maken. Een menukaart als het ware. In fusie-context zou dat er als volgt kunnen uitzien: 

Welk van de volgende scenario’s verkies jij? 

  • Een fusie met buurgemeente X 
  • Een fusie met buurgemeente Y 
  • Een fusie met buurgemeente X & Y 
  • Géén fusie 

Op die manier kan je tegenstand al een heel stuk nuanceren. Veel nee-stemmers zullen namelijk eerder een “nee, maar…” houding hebben dan volledig tegen elke vorm van schaalvergroting zijn. 

De scenario-stem zoals in Nederland is een mogelijke oplossing. De oorzaak van een probleem aanpakken is duurzamer dan het bestrijden van een symptoom.”  
Jolijn De Roover

De oorzaak hier is het gevoel bij burgers dat overheden niet naar hen luisteren. Eén keer om de 6 jaar inspraak is voor velen niet voldoende. Daarom is het een goed idee om burgers te betrekken vóórdat men grote ingrijpende beslissingen neemt.  

We kijken ook verder dan enkel fusies. Welke participatievormen leiden wel tot meer gedragenheid? Ontdek het in ons volgende artikel:  

Vragen over dit artikel? Neem dan zeker contact op met Nele Moortgat via nele.moortgat@mondea.be of +32 486 76 66 89.

Deze nieuwsberichten vind je wellicht ook interessant