In Vlaanderen wordt steeds duidelijker dat burgers meer betrokken willen worden bij het besluitvormingsproces. Dit blijkt uit recent onderzoek dat Indiville in opdracht van G1000 uitvoerde. Uit de bevindingen blijkt dat niet zozeer de vorm van participatie doorslaggevend is, maar het feit dat participatie plaatsvindt. Dit heeft belangrijke implicaties voor lokale besturen die streven naar een meer betrokken gemeenschap.
Bram Verschuere (professor participatie aan de UGent) geeft ons enkele interessante academische inzichten.
Participatie: essentieel, niet optioneel
“Een van de meest opvallende resultaten uit het onderzoek is dat burgers de waarde van participatie hoger inschatten dan de specifieke methode waarmee je ze betrekt. Of het nu gaat om een enquête, een bewonersvergadering of een digitale consultatie: het belangrijkste voor inwoners is dat ze een stem krijgen. De meeste burgers beschouwen participatie, in welke vorm dan ook, als een positieve stap. Niet participeren is daarentegen een gemiste kans voor vertrouwen en betrokkenheid.”

Attitudes tegenover participatievormen
“Het onderzoek bracht ook in kaart welke participatievormen de meeste appreciatie krijgen van burgers. Uit de cijfers blijkt dat inwoners participatievormen waarin ze daadwerkelijk invloed hebben op de uitkomst, zoals co-creatie of co-beslissing, het meest vertrouwen. Minder invloedrijke vormen, zoals een informatiesessie, ervaren ze als nuttig, maar genieten minder prioriteit. Burgers waarderen vooral methodes die hen serieus nemen en waarbij hun inbreng zichtbaar invloed heeft op het beleid.”

Vertrouwen en co-creatie
“Hoewel de manier van participeren minder belangrijk lijkt, geniet co-beslissing – waarbij burgers en bestuur samenwerken om tot een besluit te komen – het hoogste vertrouwen. Co-beslissing biedt niet alleen ruimte voor inbreng van burgers, maar versterkt ook het gevoel dat hun mening echt gewicht heeft. Deze vorm van participatie zien ze als het meest effectieve middel om een goede samenwerking tussen bestuur en inwoners te bevorderen.”
Volgens onderzoek van Haesevoets et al. (2023) en de analyse van Verschuere, speelt vertrouwen een cruciale rol in participatieprocessen. Dit vertrouwen hangt af van drie kernfactoren:
- Input: Burgers willen zich gehoord voelen. Het is essentieel dat zij voldoende mogelijkheden hebben om hun mening en zorgen te delen.
- Throughput: Dit is het proces van besluitvorming zelf. Transparantie en verantwoording over hoe beslissingen tot stand komen zijn essentieel om vertrouwen te waarborgen.
- Output: Uiteindelijk willen burgers dat de genomen beslissing aansluit bij hun verwachtingen en behoeften. Wanneer dit het geval is, groeit hun vertrouwen in het bestuur.

Implicaties voor lokale besturen
- Participatie is geen optionele toevoeging, maar een integraal onderdeel van beleidsvorming. Zelfs kleine initiatieven, zoals buurtgesprekken of digitale vragenlijsten, kunnen een groot verschil maken in het vertrouwen van burgers.
- Ten tweede is het belangrijk om prioriteit te geven aan co-creatieprojecten. Door inwoners actief te betrekken in besluitvorming, kunnen lokale besturen niet alleen betere beslissingen nemen, maar ook een groter draagvlak creëren.
- Ten slotte is het essentieel om transparant te zijn over de genomen stappen en keuzes. Dit betekent dat besturen niet alleen de resultaten van participatie moeten delen, maar ook duidelijk moeten maken hoe deze resultaten hebben bijgedragen aan het uiteindelijke beleid.
De boodschap uit het onderzoek is helder: participatie is altijd beter dan geen participatie. Burgers willen gehoord worden, en hoe dat gebeurt, is minder belangrijk dan dát het gebeurt. Lokale besturen die luisteren naar hun inwoners, hen betrekken bij belangrijke beslissingen en open communiceren, maken niet alleen beter beleid, maar versterken ook het vertrouwen in de democratie. In een tijd waarin dit vertrouwen onder druk staat, vraagt deze boodschap om actie.