Effectieve feedback is een vaardigheid die je kan ontwikkelen en verfijnen. Het doel van feedback is om gedrag te verbeteren en te sturen, niet om personen te bekritiseren. Hier zijn enkele belangrijke principes om in gedachten te houden:
- Specifiek: Feedback moet gericht zijn op gedrag, niet op de persoon. Beschrijf specifiek gedrag dat je hebt waargenomen en vermijd generalisaties.
- Direct en tijdig: Geef feedback zo snel mogelijk na een gebeurtenis. Dit vergroot de kans dat het gedrag nog vers in het geheugen ligt en de context helder is.
- Evenwichtig: Zorg voor een balans tussen positieve en negatieve feedback. Dit zorgt ervoor dat de ontvangende partij gemotiveerd blijft en begrijpt wat goed gaat en wat beter kan.
- Doelgericht en actiegericht: Maak duidelijk wat je in de toekomst verwacht en hoe de persoon dat kan bereiken.
Verschillende methodieken
Het geven van feedback kan op verschillende manieren. Dit is afhankelijk van de context, de eigenheid van de leidinggevende en de medewerker, en de aard van de zaken die je moet bespreken. Hier zijn enkele voorbeelden van methodieken die je kan gebruiken:
GROW-methode
Deze methode is vooral nuttig in een coachende context en stimuleert zelfreflectie.
- Goal: Wat wil of moet de persoon bereiken?
- Reality: Wat is de huidige situatie?
- Options: Welke opties zijn er om te verbeteren?
- Will: Wat zal de persoon doen?
Start, Stop, Continue-methode
Deze methode is zeer handig als het feedbackmoment zeer efficiënt en to the point moet zijn.
- Start: Wat moet iemand beginnen te doen?
- Stop: Wat moet iemand stoppen te doen?
- Continue: Wat moet iemand blijven doen?
Praktische tips voor het geven van feedback
Heb je reeds een van de voorgaande methodieken toegepast en wil je jezelf nog verbeteren in het geven van feedback? Dan zijn de volgende praktische tips goed om in het achterhoofd te houden:
- Kies een geschikt moment en geef feedback zo snel mogelijk na de gebeurtenis.
- Beschrijf specifiek gedrag dat je hebt waargenomen.
- Vermijd “waarom”-vragen. Deze vragen kunnen vaak een defensieve reactie oproepen.
- Stimuleer de ander om zelf met oplossingen te komen.
- Benoem ook wat goed gaat en welk gevoel het gedrag bij jou oproept.
- Gebruik “ik”-uitspraken zoals: “Ik zie”, “Ik hoor”, “Ik voel”.
- Maak duidelijke afspraken voor de toekomst en bevestig deze eventueel via e-mail.
Omgaan met weerstand
Ervaar je, ondanks al je inzet, toch weerstand tijdens het gesprek? Dan is het belangrijk om hiervoor open te staan en te onderzoeken wat er achter de weerstand schuilgaat. Luister zorgvuldig, zet je eigen argumenten tijdelijk opzij en vraag door. Neem de weerstand niet persoonlijk maar moedig de ander aan om met constructieve voorstellen te komen. Laat hierbij steeds ruimte voor emoties, maar verlies de focus van het gesprek niet uit het oog.