Uit het onderzoek van MONDEA naar de werkdruk van GOA’s en omgevingsdiensten blijkt dat maar liefst 90.6% van de respondenten de complexiteit van de regelgeving als een belangrijke oorzaak voor die werkdruk ervaart. De omgevingssector staat nu voor ingrijpende veranderingen. Mondeaan Werner Van Hoof zet de belangrijkste wijzigingen in de regelgeving voor de sector en hun impact op een rijtje.
Modulaire omgevingsvergunning
De modulaire omgevingsvergunning hervormt de huidige omgevingsvergunningsprocedure zeer grondig. De nieuwe procedure met 4 basismodules en 5 op maat gemaakte modules biedt meer flexibiliteit. Maar het beheer van deze ‘eindeloze’ procedure brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Softwareproducenten staan voor een stevige klus en ook de omgevingsdiensten moeten hun spreadsheets voor opvolging van dossiers herwerken.
Omgevingsbesluit
Het nieuwe omgevingsbesluit maakt het mogelijk om eenvoudiger af te wijken van bestemmingen, wat gunstig is om ruimtelijke en klimaatuitdagingen aan te pakken. Dit instrument oordeelt zowel over het plan (RUP) als de vergunningsaanvraag. Toch blijven veel vragen onbeantwoord en is het niet duidelijk hoe dit in de praktijk verloopt. Hoe kan de omgevingsdienst die complexe inhoudelijke én juridische dossiers nog volgen?
Plan- en project-MER procedure
De vereenvoudigde plan- en project-MER procedure (milieueffectrapportages) zorgt niet alleen voor een nieuwe naam voor het Team MER, maar verandert ook haar rol. De eindbeslissing over een plan MER of een project MER komt nu integraal bij de gemeenteraad of het schepencollege te liggen. Als lokaal bestuur moet je dus voldoende kennis en inzicht hebben om een gemotiveerde en onderbouwde beslissing te nemen en bezwaren en adviezen correct te behandelen. Let op, bij het omgevingsbesluit zijn de rollen omgedraaid. Hier ben je als lokaal bestuur niet opdrachtgever van de MER, maar heb je enkel een adviserende rol.
Verzameldecreet omgeving
Het Verzameldecreet omgeving kent vooral veel kleine wijzigingen, maar sommige zijn toch ingrijpend. Denk maar aan de motiveringsplicht bij afwijking die verschuift naar de aanvrager of het invoegen van het principe van ‘planologische neutraliteit’. Hierbij moet je nieuwe bouwgrond compenseren met natuur- of landbouwgebied.
Daarnaast bemoeilijken nog een pak andere decreten zoals Instrumentendecreet, Stikstofdecreet, Grondwatertrein, Vrijstellingenbesluit, … de omgevingssector.
Impact op de werking van de omgevingsdienst
Onze ervaring leert dat de implementatie van nieuwe regelgeving steeds een grote impact heeft op de aanpak van de omgevingsdienst. Hieronder vind je alvast 5 aandachtspunten:
- Complexiteit en onzekerheid: De overlap tussen regelgeving en onduidelijkheden bij inwerkingtreding zorgen voor uitdagingen bij het aanvragen én verlenen van vergunningen. Dit zorgt voor een periode van onzekerheid, zowel voor de klant als voor de omgevingsdienst.
- Verhoogde werkdruk: Bij de inwerkingtreding van nieuwe regelgeving zien we steeds een sterke toename van omgevingsvergunningsdossiers. Dit zal de capaciteit extra onder druk zetten.
- Aanpassingen in de dienstverlening: Je moet de manier herzien waarop je klanten nog nauwer begeleidt bij het voorbereiden van een goede vergunningsaanvraag. Hoe beter de aanvraag, hoe efficiënter de administratieve procedure, hoe kwalitatiever de vergunning en hoe lager de werkdruk. Een nauwere samenwerking van de omgevingsdienst met burgers en architecten zal nodig zijn.
- Kennishiaten en capaciteitsproblemen: Lokale besturen hebben dringend nood aan extra expertise op het gebied van MER. Een betere samenwerking tussen diensten vraagt ook een aanpassing van de organisatiestructuur.
- Grote investering nodig: De nieuwe regelgeving vereist aanzienlijke investeringen in opleidingen, softwareontwikkeling en eventueel extra personeel om de transitie te realiseren.